VERÉB József
Geboren : ?? Overleden : ?? Club(s) als speler: Sampdoria (Italië,1925-'27) Club(s) als trainer: In Hongarije (o.a. Monori SzSe) en Italië, in Nederland bij NAC, Limburgia, Fortuna ‘54, RKVV Wilhelmina (1955-'57) en Dongen. Biografie: De Hongaarse trainer Veréb József behoorde tot die Hongaarse spelers/trainers die hun land reeds hadden verlaten vóór de inval van de Sovjettroepen bij de revolutie van eind 1956. Toen hij in Nederland terecht kwam had hij reeds ervaring opgedaan in Hongarije en Italië. Nadien zou hij ook nog een aantal clubs in Nederland coachen. In 1956 richtte hij een team op samengesteld door uit hun land ontvluchte Hongaarse spelers. Dat elftal speelde een aantal vriendschappelijke wedstrijden tegen ondermeer PSV Eindhoven. Toen RKVV Wilhelmina in januari 1948 een nieuwe trainer zocht en twee Nederlandse kandidaat-trainers plots overleden waren, werd gedacht aan een uitstekend Oostenrijks of Hongaars trainer, maar alle pogingen mislukten toen. Toen Wilhelmina in de roes van het opgerichte betaalde voetbal geraakte kwamen er wel buitenlandse trainers naar de club. In 1955 kwam toen Veréb József, in die tijd een trainer met naam en faam, die pronkte met ervaring in Hongarije en Italië, en ook in Nederland bij NAC, Limburgia en Fortuna ‘54 gecoacht had. Voor 800 gulden belastingvrij per maand plus een premieregeling (25 gulden per punt, 2000 gulden netto voor een kampioenschap) kwam Veréb naar ‘s-Hertogenbosch. De eerste resultaten vielen mee bij de vriendschappelijke wedstrijden die toen gespeeld werden en het optimisme was groot. En ook bij de start van de wedstrijden in het betaald voetbal waren van die aard dat zelfs promotie in zicht kwam voor de club. Maar toen kwamen tegenvallende resultaten. Twee seizoenen bleef Veréb bij Wilhelmina, die toen in Eerste klasse C speelde, waarmee hij vijfde en elfde werd in de competitie. Om de kosten te drukken, en de tijd te doden, kreeg Veréb toestemming om tussendoor ook nog de amateurclub Dongen te trainen. Financiële zorgen speelden ook al een rol toen Wilhelmina in 1957 een opvolger voor hem zocht. Maar ook de motivatie van Veréb was niet om over naar huis te schrijven. "Aan meedoen bij de training had hij een broertje dood. Na enige tijd nam hij niet eens meer de moeite om zijn hoed af te zetten tijdens de training en na één jaar kende hij maar twee woorden Nederlands. Dat waren ‘sjlecht veld'", wist Tiny van Vught (succestrainer bij Wilhelmina in de jaren zeventig) zich te herinneren.
|